Busje

Het is een mooie dag vroeg in de zomer, kwart voor elf ’s ochtends. Bij het Centraal Station in Venlo staat hij aan de hand van een begeleider te wachten: Bas. Aan de hand, want Bas heeft de neiging om te vallen als hij ergens van schrikt, en dat is niet handig midden op straat. Omringd door bagage en huisgenoten kijkt hij uit naar het busje. Om hem heen wordt druk gekletst, maar Bas hoort niks, hij wacht op het busje.
Om elf uur is het dan eindelijk zo ver: een rood busje komt het stationsplein op rijden. Joehoe, daar is ie! Snel alle bagage achterin, Bas zakt nog een keer door z’n knieën van blijdschap, zwaait naar z’n begeleiders en klautert het busje in. Op naar Friesland, de vakantie kan beginnen…
Drie uur lang zit Bas in het busje. Dat is heel wat langer dan toen de Spring nog in Brabant zat. Het is maar goed dat ze verhuisd zijn naar Akkrum, vindt Bas. Want: hoe langer in het busje, hoe groter de lol. Onderweg wordt er gelachen, gezongen en de chauffeur zet de radio nog maar wat harder. Aangezien het grootste gedeelte van de inzittenden Limburgs praat en de chauffeur niet, kun je maar beter meezingen met Frans Bauer dan goeie gesprekken voeren.
Met een beetje geluk krijgt het busje ergens halverwege autopech. Stress voor de mensen in Akkrum, die de wegenwacht moeten gaan optrommelen, maar niet voor Bas. Voor hem geldt immers: hoe langer in het busje, hoe groter de lol. En als je dan aankomt op de plaats van bestemming en je kunt meteen vertellen dat het busje pech heeft gehad, dan heb je tenminste een goeie binnenkomer. Praten over het busje is namelijk bijna net zo leuk als rijden in het busje…
Eenmaal in Friesland aangekomen wordt Bas het busje uit geholpen. Er roept iemand heel hard “Hallo!” en Bas valt om. Hilariteit alom, vooral bij Bas zelf. Hij zakt nog maar een keer door z’n knieën en gaat dan aan de koffie.
Bas weet al lang dat er ’s middags wat gedronken moet gaan worden op het terras. Hij weet ook dat het de gewoonte is om daar met de boot naar toe te varen, tenzij het erg slecht weer is, dan rijden de busjes. Bas hoopt dus op regen, elk jaar weer. En meestal wordt hij daarin teleurgesteld, dus gaat Bas met de boot, verlangend kijkend naar de busjes op de kant.
Bij de Spring zijn er een boel gasten die regelmatig vragen: “Wat gaan we morgen doen?”. Een standaard vraag voor mensen die behoefte hebben aan structuur. Bas vraagt dit nooit. Het kan hem niet schelen wat we morgen gaan doen. Hij vraagt: “Gaan we morgen met het busje?”.
Ook hierin wordt hij vaak teleurgesteld, we gaan namelijk meestal met de boot. Maar gelukkig is een bezoek aan het pretpark vaste prik tijdens de vakantie en is dat veel te ver weg voor de boot. Met het busje dus, waardoor de pretpark-dag het hoogtepunt van Bas zijn week is. Al jaren…
Op de laatste dag van de vakantie zorgt het naderende afscheid ervoor dat er heel wat afgehuild wordt. Na zo’n leuke week wil niemand naar huis. Bas huilt niet. Nooit. Hij mag immers weer in het busje, met hopelijk weer zo’n gezellige chauffeur. Nog drie uur lang genieten op weg naar Venlo. Bas z’n vakantie duurt gemiddeld 6 uur langer dan voor gasten die naar Akkrum gebracht worden door ouders of begeleiders. Voor hem telt namelijk de tijd in het busje ook mee. Dus doe maar veel autopech, tankstops en plaspauzes. En in tegenstelling tot de gemiddelde weggebruiker is Bas blij met alle geplande wegwerkzaamheden.
Want: hoe langer in het busje, hoe groter de lol!